Sturen op de kwaliteit en de verbetering ervan is zichtbaar en merkbaar in…
1. Visie, ambitie en doelen
Met visie wordt een gedragen visie op goed onderwijs bedoeld. Met ambities en doelen gericht op goed onderwijs die ervoor zorgen dat leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen. De schoolleiding vertaalt haar visie, ambities en doelen in onderwijskundig beleid en stuurt daarop om de beoogde resultaten te behalen. De schoolleiding beschrijft op welke manier ze zorgt voor het realiseren, borgen en verbeteren van de onderwijskwaliteit, onder meer op het gebied van de basisvaardigheden, taal, rekenen en burgerschap. (citaat uit het onderzoekskader)
2. Uitvoering en kwaliteitscultuur
De school realiseert de doelen voor goed onderwijs, bevordert de kwaliteitscultuur, zorgt voor randvoorwaarden en stuurt, waar nodig, tussentijds bij. De schoolleiding zorgt ervoor dat de deskundigheidsbevordering van het personeel binnen de gestelde doelen gestalte krijgt. Leraren(teams) oefenen daarbij de eigen verantwoordelijkheid bij het inrichten van hun onderwijs uit. De schoolleiding toont in haar sturing onderwijskundig leiderschap en zorgt voor een gerichte inzet van middelen en gestelde doelen te realiseren, onder meer op gebied van basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap.
3. Evaluatie, verantwoording en dialoog
De school evalueert en analyseert systematisch of zij de doelen realiseert met verantwoording daarover. Zij stelt waar nodig, het schoolbeleid bij en betrekt interne en externe belanghebbenden in een goed functionerende dialoog. De school informeert het bestuur hierover.
Onderwijskwaliteit inzichtelijk maken. Waarom? Inzichtelijk maken vergt bewustzijn van het handelen: wat, waarom, hoe!
Een brede opvatting over kwaliteit wordt zichtbaar door breed verantwoorden in dialoog met leraren, ouders, leerlingen en het bestuur (Onderwijsraad, 2016).