Toelating en aanmelding
Om toegelaten te kunnen worden tot onze school dient de leerling in het bezit te zijn van een zogenaamde Toelaatbaarheidsverklaring (TLV), die wordt aangevraagd bij een samenwerkingsverband VO.
Gedurende de schoolperiode bij VSO de Pyler wordt een vast traject doorlopen met 3 fasen:
- De voorschoolse fase (van intake tot plaatsing)
- De observatiefase (van de start tot de vaststelling van het ontwikkelingsperspectiefplan).
- De plaatsingsfase (tussen de observatieperiode en de uitstroom van de leerling)
Indien een leerling, door omstandigheden, nog niet “klaar” is voor het VSO-onderwijs en de kans op succes onvoldoende wordt ingeschat, kan er in overleg worden gekozen voor een tussentraject.
De voorschoolse fase start vaak met een informatief gesprek met de instroomcoördinator en daarna volgen een knooppuntgesprek en een startgesprek.
Voordat het knooppuntgesprek plaatsvindt, wordt informatie opgevraagd bij de vorige school of instelling en, indien van toepassing, bij hulpverleningsinstanties. Deze informatie wordt geanalyseerd en samengevat in een zogenaamd “diagnostisch beeld”. Het startpunt is het vaststellen van het IQ van de leerling. Vervolgens worden de leerprestaties afgezet tegen dit IQ en eventuele leer- en/of gedragsstoornissen. Een concretisering wordt uitgewerkt op het gebied van werkhouding, taakgerichtheid en sociaal-emotioneel functioneren. Ook worden beschermende/positieve kindkenmerken meegenomen. Tenslotte wordt gekeken naar de leerling binnen het systeem van ouders/verzorgers en hulpverleners.
Op basis van deze informatie wordt een zogenaamd knooppuntgesprek georganiseerd en worden alle partijen (ouders/verzorgers, school van herkomst en hulpverleners) uitgenodigd. Indien er geen hulpverlening actief is, wordt een contactpersoon van de betreffende gemeente uitgenodigd om mee te bekijken óf en welke hulp nodig is om het onderwijs-zorg traject vorm te geven.
De reden waarom diverse partijen betrokken worden bij het schoolse traject is gelegen in het feit dat bij VSO de Pyler wordt gewerkt op basis van het zogenaamde Biopsychosociale gezondheidsmodel. Dat betekent dat we de leerling steeds bekijken vanuit drie invalshoeken: de biologische (zoals bijvoorbeeld stressgevoeligheid of medicatiegebruik), de psychologische (zoals bijvoorbeeld hoe de leerling emotioneel functioneert en het vermogen heeft om te leren) en de sociale context (bijvoorbeeld: heeft de leerling voldoende steun vanuit het gezin, de familie, vrienden, hulpverlening etc.).
Deze drie “Pylers” dienen ons inziens alle drie voldoende aanwezig/ontwikkeld te zijn om de leerling een fijne, veilige en succesvolle schooltijd te kunnen bieden. Omdat vrijwel alle leerlingen op het VSO een disbalans hebben tussen deze drie Pylers werken wij intensief samen met iedereen die bij de leerling betrokken is om ervoor te zorgen dat deze balans wordt hersteld en er ruimte ontstaat om te leren.
Op basis van de uitkomsten van het knooppuntgesprek wordt in het voorlopige Ontwikkelingsperspectief (VOPP) gekozen voor een leerroute, wordt bepaald welke rol hulpverlening zal gaan spelen in het onderwijszorgtraject en worden handelingsadviezen geformuleerd om te gebruiken tijdens de de eerste 3 maanden op het VSO (de observatiefase).
Vervolgens wordt in de vergadering van de Commissie van Begeleiding (CvB) bekeken of er ruimte bestaat om het traject uit te voeren en, indien het antwoord op deze vraag “ja” is, bekrachtigd. De teamleider nodigt tenslotte alle betrokken partijen uit voor een zogenaamd “startgesprek”. In dit gesprek wordt concreet afgesproken wie wat doet in het onderwijszorg-traject en wordt ook een eerste evaluatiedatum afgesproken.
Indien in het knooppuntgesprek blijkt dat de leerling nog niet schoolrijp is voor het VSO-onderwijs op de Pyler (De verhouding onderwijs-zorg in de ondersteuningsbehoeften van de leerling ligt op dat moment dan voor een groter deel op zorg dan op onderwijs) kan er worden geadviseerd om een onderwijs-zorgtraject te doorlopen alvorens de leerling te laten instromen bij VSO de Pyler.
In dat geval wordt primair verwezen naar IZEO (Integratie zorg en onderwijs). Er wordt dan een nieuw knooppunt belegd, waarin integraal besproken wordt hoe een doorgaande lijn kan worden geconstrueerd van IZEO naar VSO de Pyler. Er worden dan doelen en/of criteria afgesproken die een slagboom vormen voor de instroom naar VSO de Pyler.
Zodra de leerling voldoet aan de criteria/doelen zal IZEO wordt afgebouwd in het tempo waarop VSO de Pyler opbouwt.
In zo’n traject wordt de leerling ingeschreven bij VSO de Pyler en zal er ook van het begin af aan nauw worden samengewerkt tussen IZEO en de Pyler. Er wordt zowel afgesproken welke leerstof er in een bepaalde periode moet worden afgerond, maar er worden ook heel duidelijke pedagogische doelen opgesteld. Naast IZEO bestaat er ook een parallel aanbod bij Care4Kidz.
De observatieperiode duurt ongeveer 10 à 12 weken. Gedurende deze periode worden (aanvullende) psychologische tests afgenomen om het sociaal-emotionele functioneren, de prestatiemotivatie en het cognitieve niveau te preciseren. Daarnaast observeert de mentor hoe de leerling binnen de orthopedagogische setting van VSO de Pyler functioneert.
Door samen doelen af te spreken in het startgesprek en hier samen aan te werken en regelmatig over te communiceren, wordt het beeld van samenwerking tussen VSO de Pyler, het (gezins-)systeem en de eventuele hulpverlening verder ingevuld. Aan het einde van de observatieperiode wordt aan de hand van alle gegevens bekeken of de leerdoelen en pedagogische doelen realistisch zijn en of er voldoende voortgang wordt geboekt. Er is veel aandacht voor het proces; we willen immers niet alleen weten óf de leerling zich (on)voldoende ontwikkelt, maar ook waardóór dit waarschijnlijk komt.
In de observatiefase ligt de focus nog sterk op observeren en signaleren. In het “vaststelgesprek” (de eerste evaluatie na de observatieperiode), wordt definitief gekozen voor de leerroute en worden de handelingsgerichte doelen opnieuw bekeken en eventueel bijgesteld. In een enkel geval kan het zo zijn dat de leerling van leerroute wisselt, omdat vanuit de evaluatie wordt beargumenteerd dat een andere leerroute passender lijkt te zijn.
Vanaf het vaststelgesprek valt de leerling in de plaatsingsfase. De mentor en de teamleider zijn de hoofdpersonen in deze fase. Zij handelen in samenspraak met de Commissie van Begeleiding (CvB) en leggen ook verantwoording af aan de CvB. Belangrijke interne pijlers in de structurele leerlingenzorg zijn de knooppuntgesprekken en de leerlingenbesprekingen. Deze laatste worden 2-jaarlijks met ouders/verzorgers besproken in de zogenaamde voortgangsgesprekken.
In de leerlingenbespreking evalueert de mentor met (een afvaardiging van) de CvB aan welke doelen, op basis van welke methodiek, de afgelopen periode is gewerkt, wat de effecten waren en welke doelen voor de volgende periode (van een half jaar) nagestreefd gaan worden. Het basisdocument van deze bespreking is het ontwikkelingsperspectief (OPP).
Knooppuntgesprekken vinden plaats met een frequentie die partijen (school, ouders/hulpverleners en hulpverlening) samen wenselijk achten en afspreken/vastleggen.
Indien u uw kind wilt aanmelden, kunt u contact opnemen met onze zorgcoördinator Eefje Tennapel:
T 06-38854003
Voor verdere vragen: http://www.depyler.nl/contact